Leer zoveel mogelijk over je onderwerp. Als je eenmaal het gedrag weet, wanneer je onderwerp naar buiten gaat om te eten, wat zijn de gebruikelijke paden, hoe reageert het op mensen, wat is de veilige afstand vanwaar je foto's kunt nemen - zoveel mogelijk informatie, dan heb je een veel betere kans om het juiste moment vast te leggen.

Het fotograferen van wilde dieren vereist veel geduld. Dieren zijn onvoorspelbaar en het kan uren of zelfs dagen duren om een goede foto te maken. Wees voorbereid, blijf in een schuilhut en houd idealiter twee camera's gereed met 2 verschillende lenzen en 2 verschillende instellingen. Zo ben je op het juiste moment klaar om elk type foto te maken, of het nu een snelle actie is of een stilstaand portret.

Onderzoek altijd het terrein voordat je ernaartoe gaat. Als je weet waar het dier zich meestal laat zien, probeer dan uren of dagen van tevoren een mooie achtergrond te vinden, zodat je niet alleen een prachtige opname van het dier krijgt, maar ook een achtergrond die het beeld niet verstoort en de algehele compositie veel mooier maakt. Soms is er maar één stap opzij genoeg om de achtergrond volledig te veranderen. Maak gebruik van de prachtig verlichte landschappen tijdens het gouden uur en maak foto's van je dieren in de beste lichtomstandigheden als dat mogelijk is.

Een snel tele- of een telezoom-lens met een brandpuntsafstand van 300-600 mm (35 mm equivalent) is aanbevolen. Gebruik ook snelle UHS II-klasse SD-kaarten, omdat je snelle sequentiële opnamen en Pro Capture-modi zult gebruiken waardoor je elk vluchtig moment kunt vastleggen.